Ieder jaar organiseert Stad Oostende een zomerexpo. In die van 2019 staat het verhaal centraal over de wederopbouw van de stad na WO II. In de jaren '50 kreeg de stad er heel wat belangwekkende gebouwen van toonaangevende architecten bij. De tentoonstelling toont heel wat zwart-wit beelden, maar een verhaal over die deze dynamische en optimistische periode verdraagt toch ook wat kleur...
Het kleurenpalet van de tentoonstelling is geïnspireerd op wat we de 'fifties' noemen met referenties aan de pasteltinten van snoep en plastic. In die tijd maakte 'plasticverf' opgang. Maar hoe stemmen we al die verschillende kleuren op uiteenlopende dragers op elkaar af? Communiceren over kleurtinten is moeilijk want we zien niet allemaal hetzelfde door de conditie van onze ogen. Bovendien is onze taal erg beperkt om kleur nauwkeurig te beschrijven. Om deze boeiende wereld van kleur te structureren, zijn er verschillende systemen ontwikkeld die we op elkaar moeten afstemmen. De felle pigmentkleuren die met verf kunnen, zijn niet te bereiken in print of op scherm. Drukwerk in CMYK en schermen in RGB zijn veel beperkter qua kleurbereik. Wij kiezen onze kleuren in NCS (Natural Color System) omdat dit systeem een intuïtieve notatie heeft en is opgebouwd volgens de drie parameters van kleur: kleurtoon, helderheid en verzadiging. Eens het palet met iedereen is besproken, wordt het omgezet naar print, scherm, verf en folie. In die omzetting moeten we toegevingen doen. We testen de kleuren door ze te produceren op de juiste dragers en in de tentoonstellingsruimte te bekijken. Belichting hierbij speelt een belangrijke rol: Daglicht geeft ander resultaat dan kunstlicht en de hoeveelheid licht is niet altijd te regelen, maar heeft wel een grote invloed. Een kleurpalet vastleggen voor een tentoonstelling lijkt dus evident, maar hier gaat wel degelijk een systematisch onderzoek aan vooraf.
Het kleurenpalet van de tentoonstelling is geïnspireerd op wat we de 'fifties' noemen met referenties aan de pasteltinten van snoep en plastic.
De zwart-wit beelden worden gedragen door dynamische kleurvlakken. We plaatsen beelden centraal op ooghoogte en maken zo mooie zichtlijnen.
Wij kiezen onze kleuren in NCS (Natural Color System) omdat dit systeem een intuïtieve notatie heeft en is opgebouwd volgens de drie parameters van kleur: kleurtoon, helderheid en verzadiging.
Foto's in zwart en wit krijgen een speciale behandeling. De beelden zijn gescand in kleur, daarna omgezet in 'grijswaarden' en bewerkt zodat ze gelijkogend uit de kleurenprinter rollen. Soms verrijken we het zwart met blauw onder de zwartste partijen. Dit maakt het zwart dekkender en dus zwarter. Het papier van de originele foto wordt in deze opstelling 'wit' gelaten. Het wit van de drager wordt dan het wit van het beeld, in dit geval gaat het om zelfklevende witte plasticfolie, die dankzij de belichting witter dan wit oplicht. Precies daarom zijn we vlak voor de productie nog gewisseld naar een matwitte folie. Voor foto's uit de oude doos voegen we een gele achtergrond toe van enkele procenten. Dit maakt de contrasten lichter en het beeld zachter.
Historische zitjes van De Coene, in gebruik voor de filmzaal.
Met grafiek evoceren we 'de jaren 50'. Fotobeelden spelen hierbij de hoofdrol. Maar verder verwijzen ook kleurstelling, getinte muren, afgeronde vormen, veel historische fotografie in zwart-wit en accenten in primaire kleuren naar deze periode van wederopbouw.
We tonen levensgrote beelden waar de bezoeker als het ware inloopt. De verhalende foto's zijn na het kleven van de achtergrond met een kleine rode ophoging geplaatst. Let op het rode randje rondom de foto van De Grote Post. Dit is een niet te missen iconisch gebouw binnen het verhaal van wederopbouw.
De originelen in deze tentoonstelling zijn hoofdzakelijk in zwart-wit, maar we maken een kleurrijk en dynamisch verhaal door een passend kleurenpalet in de achtergronden van de tentoonstelling te voorzien. Een combinatie van grote en kleine ingrepen zorgt voor een grootst effect: Het zit 'm allemaal in de details.
Perspectiefwerking: we delen de ruimte op in verschillende plans die we creëren door vernauwingen, felle kleuren op het eerste plan en sterk belichte pastelkleuren op het middenplan. We leiden je rond in de tentoonstelling en sturen de intuïtie wat aan.
Een vondst: alle kopse kanten van de wanden krijgen een contrastkleur. Dat zorgt voor een verrassend 3D-effect, telkens als je om de hoek gaat.